[fusion_widget_area name=”avada-custom-sidebar-vloot” title_size=”” title_color=”” background_color=”” padding_top=”” padding_right=”” padding_bottom=”” padding_left=”” hide_on_mobile=”small-visibility,medium-visibility,large-visibility” class=”” id=”” /]

 

Produceren á la de auto-industrie

Voorsprong door techniek

Niemand maakt veel woorden vuil aan de automatisering in de auto-industrie. We hebben er immers bijna allemaal baat bij. Door de slimme en efficiënte productietechnieken zijn auto’s de laatste decennia er alleen maar beter op geworden. Zozeer dat de term “maandagauto” jongeren niets meer zegt.

 

Productie door Robots bij Audi

Productie door Robots bij Bavaria Yachtbau

Phil Draper van European Boatbuilder schreef de volgende quote over Bavaria  Yachtbau al een tijd geleden: “Aan de basis van hun succes staan voornamelijk de productie-ingenieurs.” Voorsprong door inzet van innoverende techniek is volgens hem dus de verklaring. Er is nog steeds geen jachtwerf ter wereld, die in zo’n hoge mate geautomatiseerd is. Dit drukt de prijs en zo kunnen meer mensen zich een nieuwe boot permitteren. Iets dat weer van invloed is op het aantal verkopen. Met als bonus een prima kwaliteit. “Er is een rechtstreeks verband tussen het bouwen van grote aantallen en kwaliteit.”, meent de marketingmanager van Bavaria Yachtbau. En.., de bij Bavaria gebruikte apparatuur en bouwmethodes zijn direct gerelateerd aan die van autoindustrie. Voor een aantal zaken als kabels en slangen maken zij zelfs gebruik van dezelfde toeleveranciers. Het is misschien dan ook geen toeval dat vlakbij de werf een grote autofabriek gevestigd is.

Standaardiseren

De hoge mate van automatisering, zoals in de auto-industrie, bereikt Bavaria niet. Daarvoor vereist het bouwen van boten teveel handwerk. Een voorbeeld is het aanbrengen van het polyester in de schalen. Hier zijn extra versterkende weefsels nodig voor de veiligheid en omdat tijdens het zeilen zware krachten op de romp inwerken, zoals bijvoorbeeld rond de lieren. Müller, managing director, zegt het als volgt: “Onze productiemethode is nog het best te vergelijken met Ferrari. Door de relatief kleine aantallen, is ook daar niet de hele productielijn geautomatiseerd. Je kan beter spreken over een gestandaardiseerde bouwwijze. Het werken met computers verhoogt de kwaliteit. Dus blijven wij zoeken naar slimmere werkmethodes.” En met succes. Het altijd zo kritische Duitse blad Yacht besluit zijn test van de Bavaria 50 Cruiser met: “Voor zover is dit jacht het bewijs van de vooruitgang in de industriële botenbouw.”

 

Ontwerpfase

Vergelijkingen met de auto-industrie zijn legio. Het start al in de ontwerpfase. Zo efficiënt mogelijke productiemethodes worden ingecalculeerd. Kan de CNC-apparatuur gemakkelijk alle gaten in de romp uitsnijden? Kunnen interieurdelen met de huidige robots gefabriceerd worden? Zijn onderdelen uitwisselbaar met die van andere types? En wat kunnen de toeleveranciers vanuit hun expertise toevoegen? Zo worden alle zeilen bijgezet om zo economisch mogelijk te kunnen produceren. Klinger: “Onderdelen worden kant-en-klaar als pakket aangeleverd. Dat kunnen meubelunits zijn en zelfs tapijtdelen op maat. De motor is vrijwel gebruiksklaar. Slangen en koppelstukken zijn bij elkaar gebonden. Opslag is ook een kostenfactor. We hebben dan ook geen grote voorraden.” Het komt steeds neer op zoveel mogelijk ruimte en tijd te besparen. En natuurlijk de ergonomie van de werkers in de gaten houden. Zo hoeft niemand in de fabriek zware dingen te tillen of te duwen. Ook daar zijn apparaten voor.

 

Banden

Net als in de autoindustrie gebruikt Bavaria assemblagelijnen, intern banden genoemd. Het zijn er drie. Eén voor de grotere zeilboten, de tweede voor de jachten onder de 37 voet en een aparte lijn voor motorboten. Dit is overigens geen vast gegeven. Indien er meer grote, dan kleine modellen besteld zijn, verhuist het restant grotere naar de kleinere band. Het bouwen van een schip aan de grote band kost zo’n negen dagen, aan de kleine zeven. De schepen staan op karren en schuiven telkens een stukje op. Er zijn 18 inbouwstations, ieder met zijn specialisatie.

Daaraan werken mensen die heel goed zijn in dat bepaalde onderdeel, zoals elektriciteit, meubelinbouw, etcetera. Wat voor het werk nodig is, staat klaar op het station, zoals gereedschap en units. De constructeurs hoeven dus niets te halen. En dat is meegenomen, want de fabriek is immens groot. Transport van zware spullen gebeurt door middel van een kabelsysteem aan het plafond. Ook de boten kunnen daarmee verplaatst worden. Als er één sneller klaar is dan de ander, wordt deze er gewoon overheen getild. Dus al is de regie strak, flexibiliteit is wel degelijk ingebakken.

 Complete modules worden buiten de boot samengesteld

Verschillende boten staan klaar voor transport