The Shipwright’s Cottage
Veel vakmensen waren nodig om de grote marineschepen bij Buckler’s Hard te bouwen, maar van de beroepsbevolking waren vele tijdelijk en ambulant. Ze woonden in verblijven en bleven alleen voor de duur van een contract. Anderen vestigden zich in het dorp. De scheepstimmerlieden verdiende het meeste, 25 tot 30 shilling per week. Hun loon was gekoppeld aan hun productiviteit, als basis van de lengte van het schip en van de tijd voor elk onderdeel.
Er was een tekort aan scheepstimmerlieden, die tot het einde van de Napoleontische oorlogen van 1815, na zeven jaar stage, konden ze genieten van bijna ononderbroken tewerkstelling.
Het vernieuwde interieur van de scheepbouwer woning in het midden van het West Terras, illustreert het verschil in levensstandaard tussen geschoolde en ongeschoolde arbeiders. Thomas Burlace, een handwerkman uit Deptford in Londen en zijn familie woonden hier van 1789 tot 1820, waarbij hij in 1791 4 pond huur per jaar moest betalen.
Bij het terugkeren van het werk wordt hij in de keuken begroet door zijn zoon, Edward, die later een handwerkman zelf wilde worden, de dochter Mary West van de buurman, helpt zijn vrouw Arabella met werkzaamheden.
Ze is in de woonkamer en werkt aan een lappendeken voor hun dochter Martha. De open Bijbel op de vensterbank is een indicatie dat de familie onderlegd en opgeleid waren. Boven in een van de drie slaapkamers zijn twee dochters Anne en baby Lucy.
Hoewel Burlace een vakman was, viel het hem zwaar de harde tijden aan het einde van zijn leven. Een blessure aan zijn been in 1812 verhinderde hem te werken en hij moest bij de armenzorg aankloppen.
Mevrouw Burlace met een van haar dochters hielpen voor een korte tijd op een School tot de armenzorg werd ontvangen. Thomas overleed in 1816 en de chef van de Por in Beaulieu had problemen om de weduwe uit Deptford te betalen. Arabella is op 82 jarige leeftijd overleden in 1820.
Niet veel van de namen van de honderden mannen die aan de bouw van de schepen bij Buckler’s Hard hebben deelgenomen zijn bekend. Scheepstimmerlieden en collega’s van Thomas Burlace tussen 1813 en 1817 waren Scanes John, George Willems, Charles, Edward en John West, James en John Williams, allen van Buckler’s Hard.
Een ander, Charles Glastonbury, een voorman scheepstimmerman, was aan het werken aan de Theems maar keerde terug naar Buckler’s Hard voor zijn pensioen, waar hij op 88 jarige leeftijd stierf in 1877.