Nu was het de beurt van Rita onze stadsgids van vandaag, leunend op de reling van het hek gaf zij tekst en uitleg van wat wij zoal vandaag konden verwachten.
Wij liepen als eerste over het parkeerterrein naar het begin van de haven aan de stadskant naar de Paravang. Zij vertelde dat je onder de Paravang aan beide zijden uit de wind heerlijk op een bankje kan genieten van het stadsgezicht of naar de haven met zicht op de vissers.
In 1908 liet de gemeente de Paravang bouwen: een sierlijk overdekt windscherm met aan weerszijden een promenade. De badgasten konden er heerlijk kuieren en genieten van de zeelucht terwijl ze naar de activiteiten in de vissershaven keken. De Paravang heeft gietijzeren steunen, kleurrijk geglazuurde daktegels, nokpannen met schelpmotieven en spitse gotische torentjes.
Vandaar gingen wij naar de boulevard onze gids vertelde dat wij daar wel in de schaduw kwamen te lopen. Op de boulevard aangekomen vertelde zij over de strandhuisjes die daar het hele seizoen worden verhuurd. De plekken worden in het begin van het jaar toegewezen door loting, wel moet iedere eigenaar van de strandhuisjes twee of drie oude huisjes op wielen hebben staan.
In deze oude huisjes op wielen konden in vroegere tijden rijke dames zich omkleden en een zwempak aantrekken. Daarna werd het huisje door bedienden naar het water getrokken, waar de rijke dame met behulp van de bediende even het water in konden en af en toe zelfs ondergedompeld werden. En als men er weer genoeg van had dan trok men het huisje weer op het strand, waar de rijke dame zich dan weer kon omkleden.
De Legende
Het ontstaan van Blankenberge is niet met preciesheid te achterhalen. Men mag aannemen dat zeevaarders, vermoedelijk uit Holland, zich vestigen op een strook zand gelegen tussen duin en zee. Ze voorzien hun vestingen van scherpe, houten palen met de punt in de hoogte om zich te beschermen tegen invallen.
Die zandstrook krijgt de naam Scarphout (scherphout) maar is niet bewoond. De vissers bouwen hun hutten achter de duinen om beter beschermd te zijn tegen noorderwinden en stormen.
De historicus Gramaye beschrijft dat de eerste bewoners een kapel bouwen in de duinen. Dat gebouwtje wordt opgedragen aan Onze-Lieve-Vrouw van Scarphout.
Langzamerhand komen meer vissershuisjes rond de kapel en wordt het dorp Blankenberge genoemd.
Begin 14de eeuw wordt Blankenberge geteisterd door een geweldige storm. De golven slaan bressen in de duinen en het water stroomt ver in het binnenland. De kustafslag is zo groot dat een groot gedeelte van de duinen door de golven verzwolgen wordt. Vandaar het feit dat de duinen van Blankenberge zo smal zijn. Niettemin kan men stellen dat de waterlijn sinds de 19de eeuw dezelfde is gebleven.
De geschiedenis
De verwarring tussen de namen Blankenberge en Scarphout en de daaruit voortvloeiende legende zijn te verklaren door de oorspronkelijke aanwezigheid van de parochiekerk op de grond Scarphout. Deze verwarring heerst echter niet bij de wereldlijke instanties zoals de graven en de schepenen. Zij gebruiken de naam Scarphout slechts om de kerk en de aanhorigheden aan te duiden en niet de stad zelf.
De naamgeving Blankenberge kan in verband gebracht worden met de oorspronkelijke betekenis van blank: in de streektaal is blank nooit ‘wit’ maar wel ‘effen’.
Een blankaard is geenszins een wit duin maar wel een bloot, onbegroeid duin.
Zo betekent Blankenberge ‘in de onbegroeide blote duinen’.
De eerste bevolkingskern dateert uit de tweede helft van de 11de eeuw.
In 1270 wordt ‘la ville de Blanckenberghe’ vermeld in de bronnen. Dit is de oudste vermelding en Blankenberge wordt reeds als stad aangeduid.
Zeer waarschijnlijk begunstigt gravin Margaretha van Constantinopel tussen de jaren 1265 en 1270 Blankenberge met stedelijke voorrechten.
Vooreerst haalt gravin Margaretha haar inkomsten uit de uitbating van het grafelijk tolrecht en uit de jaarmarkten. Daarnaast werkt ze ook de ontwikkeling van de opkomende bevolkingscentra in de hand met de bedoeling uit de plaatselijke handel hogere inkomsten te halen.
Zo krijgt Oostende in 1267 stadsrechten en staat zij gronden af om er hallen en een plaatselijke markt te laten oprichten. Wellicht heeft ze met Blankenberge dezelfde bedoelingen.
In een oorkonde van 1270 wordt een regeling getroffen betreffende de rechten van Jan van Uytkerke binnen het grondgebied Blankenberge. Vermoedelijk heeft ze het Blankenbergs grondgebied uit de heerlijkheid Uytkerke afgescheiden en er stedelijke voorrechten aan gegeven.
Hierna zijn wij doorgelopen richting Pier (elegant amusement boven zee).
Zeepier constructies waren heel populair in Groot Brittannië, oorspronkelijk waren het aanleg steigers voor schepen, maar rond 1850 ontdekten ook toeristen de pier. Ze konden er zonder gevaar een wandeling in zee maken en genieten van de gezonde lucht en een grandioos uitzicht.
In 1894 bouwde men een pier in Blankenberge. Met zijn 350 meter lengte, zijn sierlijk restaurant in art-nouveoustijl en zijn elegante kiosken viel dit gietijzeren kunstwerk erg in de smaak bij de toeristen. ’s Namiddags en ’s avonds werden er concerten gegeven, er werd gedanst en er waren allerlei attracties met zangers, acrobaten, goochelaars en buiksprekers.
Vanaf de boulevard zijn wij een trap naar beneden gelopen, links van ons staat het hedendaagse Casino.
In vroegere tijden: Kursaal en Casino: trefpunt van de beau monde.
De zomergasten ontmoeten elkaar onder meer in het mondaine kursaal, een sprookjesachtig gebouw dat in 1859 zijn deuren opende. Elke avond was er een chic bal. Met zijn grote feestzaal, restaurant, leeszaal, muziekzaal, biljartzaal en salon de conversation werd het meteen een trefpunt voor de beau monde.
Reeds in 1865 denkt het stadsbestuur eraan om zelf een casino te bouwen. Pas in 1886 liet het gemeente bestuur verderop op de dijk een casino bouwen: een exotisch paleis met gebogen voorgevel en Moorse torentjes. Ze wil hiermee tegemoetkomen aan de vraag van de badgasten naar een vergaderplaats. Het casino komt op het stuk duin waar voordien het fort Napoleon stond. Het stadsbestuur verwerft de duin in 1873.
Het casino beschikte over een concertzaal met eigen orkest, balzaal, rookzaal, conversatiezaal en expositieruimte enz. Tussen 1888 en 1896 konden de gasten er ook gokken. Het casino was open van 8:30 uur tot middernacht. Voor de toegang moest men betalen (dagkaart of abonnement).
In de jaren 1930 beslist men een nieuw casino te bouwen. Het wordt een volwaardig voorbeeld van modernistische architectuur.